Vijf sprintritten is de max in een grote ronde?

Massasprint in eerste rit in Brussel van de Tour de France 2019. FOTO: ASO

,,Sprintersritten hoeven niet perse in een sprint te eindigen. Ik herinner me etappes waarvan iedereen riep dat het een saaie dag met een massasprint zou worden, maar dat het urenlang een spektakelstuk was. De waaierrit in de Tour de France van 2013 naar Saint-Amand-Monrond waar Mark Cavendish zegevierde is een mooi voorbeeld. Nadat QuikStep een waaier opzette, was het zeker de  laatste honderd kilometer continue strijd. Uiteindelijk bleven er slechts acht renners over. Voor mij een van de mooiste ritten uit de Tour-geschiedenis. Dat maakt het moeilijk om sprintersritten te categoriseren.

Mijn voorstel is om de vlakke ritten flink in te korten. Hierdoor zullen meer renners gemotiveerd zijn om iets te ondernemen. Voor het peloton is een korte rit immers veel moeilijker te controleren. Als we alle overgangsritten alleen maar gebruiken om lange afstanden te overbruggen, dan kan ik nu al zeggen dat je heel wat saaie dagen in een ronde hebt. Die ritten zijn dan slaapverwekkender dan een slaappil. Waar een organisator ook op moet letten is dat hij de sprintritten niet bundelt. Niet je in de openingsweek dagenlang achter elkaar vlakke, weinig zeggende ritten hebt. Zorg dan dat  bijvoorbeeld rit 2, 4, 7, 10, 14, 18 en 20 het profiel van een sprintersrit hebben. Een eerste vlakke week door Normandië en Bretagne en dan pas naar de bergen zorgt ervoor dat de aantrekkingswaarde in de begindagen zal afnemen.”

,,Ik ben overtuigd dat sprintersritten interessant kunnen zijn. Misschien spreek je dan over het publiek dat echt geïnteresseerd is in het wielrennen en begrijpen wat er allemaal komt kijken om een sprint ideaal te laten verlopen. Ik denk dat saaie wielersport vooral komt door saaie tv-commentatoren. Het lukt hen niet om hun verhalen interessant te houden in een vlakke rit bij vijf a zes uur live-televisie. Voor mij zou het geen probleem zijn wanneer er zes of zeven ritten voor de snelle mannen in een grote ronde zitten.”

,,Je kunt saaie en spannende sprintersritten hebben. Je moet naar het afzonderlijke profiel van iedere rit kijken. Zit je langs de kust of in open gebieden waar de wind een rol kan spelen? Ik denk dat de afstand van een etappe heel veel invloed op de attractiviteit van de wedstrijd heeft. Vlakke ritten van meer dan tweehonderd kilometer zijn niet meer van deze tijd. Maak hier kortere ritten van 150 kilometer, waardoor er veel agressiever gekoerst gaat worden. Aanvallers geloven dan veel meer in hun kansen. Ik ben sowieso op elk terrein een grote voorstander van kortere ritten. Dat komt de sport alleen maar ten goeden.”

,,Moeilijk om te zeggen of de grens bij vijf of bijvoorbeeld zes vlakke ritten moet liggen. In een grote ronde dient een balans te zijn tussen vlakke ritten, etappes door de heuvels, middelgebergte en hooggebergte en een aantal tijdritten. Renners met diverse specialiteiten moeten een aantal kansen krijgen. Ik denk niet dat kortere vlakkere ritten spectaculairder zullen zijn. Ja, in het hooggebergte zijn korte etappes wel boeiender, maar in een sprintersrit maakt de afstand geen groot verschil. Daarvoor zijn er teveel allianties tussen de sprintersploegen om samen de achtervolging te zetten. Ik denk dat je als organisator meer aandacht moet besteden aan de televisie-uitzending. Deze live-registraties moeten in de vlakke ritten veel interessanter worden gemaakt met interviews, data etc. Een sprint blijft uiterst spectaculair met wielrenners die met 70 kilometer per uur hun leven riskeren. Al kan ik begrijpen dat alleen de laatste vijf kilometer voor het grote publiek echt interessant zijn. Daarom is het de taak aan de tv-regie om van de aanloop van de sprint een boeiendere tv-reportage te maken.”

0 0 votes
Artikel waardering
Abonneren
Abonneren op
guest
0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments